Zweedse Autoriteit deelt eerste boete uit

Voor het eerst brengt de Zweedse Autoriteit Persoonsgegevens een boete in rekening tegen een school die de regels van de verordening gegevensbescherming, AVG, heeft overtreden.

Gezichtsherkenning voor toetsen aanwezigheid studenten

Een middelbare school in Skellefteå heeft gezichtsherkenning via camera's ingezet om de aanwezigheid van studenten bij de lessen te toetsen. De proef is al drie weken aan de gang en betrof 22 studenten. De inspectie heeft het gebruik onderzocht en constateert dat het schoolbestuur in Skellefteå gevoelige persoonlijke gegevens heeft verwerkt in strijd met de verordening gegevensbescherming.

Boete circa € 18.000 euro

"Het schoolbestuur in Skellefteå heeft een aantal bepalingen van de verordening gegevensbescherming geschonden op een manier dat we nu een boete betalen", zegt Lena Lindgren Schelin, directeur-generaal van de gegevensinspectie.
De boete bedraagt ​​200.000 SEK, net iets meer dan € 18.000 euro. De hoogte van de vergoeding wordt onder meer beïnvloed door het feit dat het om een ​​autoriteit gaat en dat het gaat om een ​​poging voor een beperkte periode. Autoriteiten kunnen maximaal SEK 10 miljoen, ruim € 900.000 euro, aan boetes ontvangen.

Duidelijk signaal en helderheid over gebruik van gezichtsherkenningstechnologie

Gezichtsherkenningstechnologie staat nog in de kinderschoenen, maar de ontwikkeling is snel. We zien daarom een ​​grote behoefte om duidelijkheid te scheppen over wat voor alle actoren geldt, zegt Lena Lindgren Schelin.
Biometrische gegevens, gebruikt bij gezichtsherkenning, zijn gevoelige persoonlijke gegevens die extra bescherming verdienen en waarvoor expliciete uitzonderingen vereist zijn.

School had toestemming van studenten, maar dit was geen geldende toestemming

Het bestuur van de middelbare school heeft verklaard dat ze de toestemming van de studenten hebben gekregen om gezichtsherkenning te gebruiken voor aanwezigheidscontrole. Het bestuur van de middelbare school kan in dit geval geen toestemming gebruiken omdat de studenten afhankelijk zijn van het bestuur, legt Ranja Bunni uit, een advocaat bij de Gegevensinspectie en die deelnam aan de beoordeling.
In haar beslissing constateert de gegevensinspectie dat gezichtsherkenning camerabewaking betekende van de studenten in hun dagelijkse omgeving, een inbreuk was op hun integriteit en dat aanwezigheidscontrole op andere manieren kan worden gedaan die minder privacy schenden dan gezichtsherkenning.